Mazzel tov


Afgelopen week in het oude stadhuis van Den Haag bij de bruiloft van een vriendin van me – ik was getuige – zou er volgens de joodse traditie een glas kapotgetrapt worden. Maar er was geen glas. ‘Didn’t you bring the glass?’ zei de dochter van de bruid streng tegen haar man. ‘I really didn’t know that I had to bring one,’ antwoordde hij, een Brit, ze wonen in Londen.
We zeiden tegen elkaar dat er toch wel ergens een glas te vinden moest zijn, maar de glazen van de gemeente mochten niet worden ingezet, deelde de ambtenaar mee, die, zo had hij me van tevoren toevertrouwd, als hobby thrillers schreef à la Dan Brown; een misdaad, een kunstwerk, een sausje mysterie.
‘Then we have to use a pair of spectacles,’ zei mijn mede-getuige, een heer, een echte, van negentig jaar. Ik nam mijn bril af en zei hem graag te willen opofferen, want als je naast een echte heer zit, dan kun je niet achterblijven.
‘Get one in some shop, guys,’ zei een elegante oudere dame met een jurk als van parelmoer, oorspronkelijk uit Californië, ik bedoel de dame. De oudste zoon van de bruid en zijn zwager spurtten weg. ‘Like a cheap one,’ zei ze lachend, ‘that you can’t break.’ 
‘O, het loopt in de soep,’ zei de dochter uit Londen vertwijfeld tegen me, regen kletterde tegen het raam.
‘Dit hoort er toch bij!’ riep ik enthousiast.
Vrij snel waren de jongens weer terug, echter zonder glas, ze waren teruggefloten, de ceremonie moest beginnen.
Aan het begin kregen we uitgelegd dat het gebroken glas verwees naar de verwoeste tempel van Salomo, maar de ambtenaar was ondanks zijn functie en indrukwekkende toga een wat moeizaam spreker die niet voor het voetlicht kon brengen hoe het nu precies zat. Zelfs ‘mazzel tov’ legde hij niet uit, wat hij had aangekondigd. Maar dat wisten we al. Het bleef een mysterie, misschien wel goed eigenlijk.
De andere getuige stootte me aan en wees naar de tafel: ‘Kijk, daar staat een glas.’ En warempel, een zeer geschikt glas, met een steel, enkel gevuld met water. Toen de ambtenaar hem later optilde om eruit te drinken, hoopte ik dat hij het zou laten vallen. Dat gebeurde niet ondanks mijn poging tot magie en ik durfde niet te vragen of we van dat glas gebruik konden maken met de verzekering dat alle onkosten zouden worden vergoed. Ik vermoedde van niet, de ambtenaar deed soms wel losjes, maar je hoorde maar al te vaak de ketenen van het protocol om zijn handen rinkelen.
Na de ringen – de bruid was het gedicht van W.H. Auden vergeten dat ze voor haar echtgenoot had bewerkt – kregen de bruid en de bruidegom een omgekeerde plek toegewezen. ‘Waarom denken jullie dat dat is?’ vroeg de ambtenaar aan het paar. De bruidegom suggereerde een twee-eenheid, wat ik een mooie, ja prachtige uitleg vond, maar dat was niet het goede antwoord. De uitleg met betrekking tot de riddertijd was ook mooi, maar wat mij betreft geen excuus om een die buiten het boekje valt af te serveren. Hoe dan ook moet je het je laten welgevallen, onrecht wordt op deze wereld zelden gewroken, en zeker niet als het gaat om de ambtenarij.
Er was nog niet gekust, daarvan werd ik me plotseling bewust, en wellicht vanwege de opgebouwde frustratie, het glas, het gedicht, het antwoord, stak ik toen we op het punt stonden de zaal te verlaten mijn hand op en zei: ‘Misschien een onbeleefde vraag, maar wordt er nog gekust?’
Macht corrumpeert, zo blijkt maar weer. De getuige, die aanwezig moet zijn, zijn handtekening moet zetten en verder zijn mond moet houden, neemt de vrijheid om zich met de ceremonie te bemoeien.
Ik had aanmoedigend gejoel verwacht, maar er werd voorzichtig gewhood. Even vermoedde ik dat ik echt iets ongepasts had gevraagd, maar de zaal stemde wel toe volgens mij ondanks dat de ambtenaar meedeelde dat dit na de voltrekking had moeten gebeuren. We waren de trouwzaal nog niet uit, maar dat hield ik voor me.
En daar was de kus. Bevredigend, een opluchting. Later kwam de schaamte, of ik niet over de schreef was gegaan.
De jongste dochter vond het wel leuk, maar zij bleek, hoewel met een onschuldig uiterlijk, de wildste van alle siblings, dus niet representatief. Ach, er moeten meer overtuigde medestanders zijn geweest.
Tijdens de speech later bij het diner heb ik het alleen nog maar erger gemaakt met mijn dichterlijke vrijheid.
Vroeger als ik ergens ging logeren, dan gingen er vaak door mijn toedoen dingen stuk. Nu breken er af en toe ook glazen.
Wat het kersverse bruidspaar denkt, weet ik niet echt, maar ik merk het wel als ik niet meer word uitgenodigd.
Niet om mezelf vrij te pleiten, maar het huwelijk ís de grensoverschrijding.

Reacties

Populaire posts van deze blog

End of story

Macht

Keuzemenu