Blauwe maandag
Zondag en gisteren in de trein was ik naar de volle maan aan het staren. Op het stationsplein van Amsterdam gisteren was ze een joekel. Vlak ervoor had ik na een film met een vrouw over haar scheiding gesproken en op de boot vanaf Noord gingen we over op de zwangerschap, het vrouwelijke en het mannelijke. Ik stelde dat de functieomschrijving van de man in dezen een assistent was en ondanks een klungelige massage hier of daar of het laten aanrukken van potten augurken eigenlijk erbuiten staat en daarom in theorie makkelijker 'aju paraplu' kan zeggen als hij zijn gezinnetje wenst te verlaten. De moeder heeft het kind gedragen, het is deel van haarzelf, en zij zal doorgaans koste wat kost ervoor zorgen dat ze het bij zich kan houden, of als het niet anders kan maar aan een andere moeder overdraagt, kortom: opoffering, zie het Salomonsoordeel. Terwijl ik zo naar de maan zat te staren nam ik me voor om een zon te worden. Geen zonaanbidder dus, maar een maan-aanbidder. Twee ogen die versmelten tot één. Is dat niet romantisch? Vanochtend schreef ik haar aan het einde van mijn briefje dat er vast nog wat blauwe maandagen komen, maar dat we toewerken naar die zondagen in augustus.
Huishoudelijke mededeling: poëzie en studie vereisen even volledige aandacht, daarom vanaf morgen tot en met 26 mei geen blog. Vraag in de tussentijd: wat zijn de grenzen van opoffering? In het algemeen en/of van u in het bijzonder.
Reacties
Een reactie posten